Een bal bestaat uit twee delen: een zaadbal en een bijbal. In de zaadballen worden de zaadjes gemaakt. Daarna rijpen de zaadjes verder in de bijbal. De bijbal is niet echt een bal maar een buis die volledig is opgerold. De totale lengte van de buis is maar liefst zes meter! Zodra zaadjes klaar zijn met rijpen, kunnen ze worden opgeslagen door de bijbal of bewegen ze zich door de zes meter lange buis bij een zaadlozing.
Bij sommige dieren zoals olifanten en zeezoogdieren zitten de ballen in het lichaam. Maar waarom is dit bij de man niet zo? Om zaad zo goed mogelijk te bewaren, is het belangrijk dat het wordt gemaakt en opgeslagen op een specifieke temperatuur, 35 graden Celsius, iets kouder dan het lichaam dus. Daarom zitten ballen niet in het warme lichaam, maar hangen ze net iets erbuiten. Als het koud is in de omgeving, spannen spieren in de balzak zich aan waardoor deze dichter bij het lichaam komt. Op deze manier kunnen de ballen in een koude omgeving wat warmer worden. Door seksuele opwinding gebeurt hetzelfde als bij kou. De spieren van de balzak worden aangespannen. De functie hiervan is waarschijnlijk om een blessure tijdens seks te voorkomen. Een beschermingsmechanisme dus.
Tekst: Sophie van ‘t Hof